“…..De klimaatschade van de luchtvaart volledig uitbannen, dat lukt voorlopig niet. Die schade compenseren door ervoor te betalen kan wel. Als dat goed geregeld wordt. Deel 5 van een serie over duurzaam vliegen. Ja hoor, het was weer een ‘historisch’ resultaat. De luchtvaart zit zelden verlegen om grote woorden en deze keer was het minister Mark Harbers (infrastructuur) die ze in de mond nam. Hij doelde ermee op het akkoord over verduurzaming dat vorige maand werd gesloten door Icao, de VN-organisatie voor de luchtvaart. De crux van het akkoord: de luchtvaart moet in 2050 klimaatneutraal zijn. Historisch? Dat valt mee. De internationale brancheorganisatie van de luchtvaart, Iata, stelde zich vorig jaar al hetzelfde doel – en ook dat werd destijds een doorbraak genoemd. Toch ontbreekt aan beide akkoorden nogal wat. Het begint ermee dat het doel van zowel Icao als Iata niet omschreven is als ‘nul’ emissie van CO2, maar als ‘netto nul’: de luchtvaart mag ook in 2050 CO2 uitstoten, maar die wordt dan gecompenseerd met maatregelen die buiten de luchtvaart de hoeveelheid CO2 terugdringen. Bijvoorbeeld door ergens een bos te planten. De afspraken daarover zijn boterzacht. Die van Icao zijn vastgelegd in een systeem dat Corsia heet (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation). Daarin staat dat vliegmaatschappijen hun uitstoot moeten reduceren als die boven een bepaalde grens komt. Die grens is vorige maand naar boven bijgesteld, zodat maatschappijen er minder snel overheen gaan. Of ze zich eraan houden, staat ook niet vast: de afspraken zijn niet bindend. Wat Harbers historisch noemde, is volgens de Europese milieuorganisatie Transport & Environment (T&E) daarom ‘leeg’ en ‘goedkoop’. Volgens haar berekeningen leiden de Icao-afspraken ertoe dat tot 2030 slechts 22 procent van alle uitstoot door de luchtvaart zal worden gecompenseerd. Jo Dardenne van T&E sprak van een ‘rookgordijn’. “Laten we niet doen alsof een niet-bindende doelstelling de luchtvaart naar nul uitstoot zal krijgen. Deze maatregelen zijn gericht op profijt voor de luchtvaartindustrie, niet voor het klimaat.” Slappe akkoorden leveren weinig op, dat spreekt vanzelf. Leveren harde afspraken over het compenseren van CO2-uitstoot wel genoeg op om de klimaatschade door de luchtvaart terug te dringen? Die vraag doet er nogal toe, want andere methodes (vliegen op batterijen, op waterstof, op duurzame kerosine) bieden maar beperkt soelaas, bleek eerder uit deze artikelenserie. Het kán bijna niet lukken om met dit soort innovaties de emissies in 2050 volledig tot nul te reduceren. Niet vreemd dus om te kijken of die schade niet ook gecompenseerd kan worden. Maar dat moet dan wel op een manier die zoden aan de dijk zet. Luchtvaartmaatschappijen zelf zijn er al een tijd mee bezig. Passagiers kunnen ervoor kiezen om iets extra’s te betalen, geld dat de maatschappij dan in een CO2-compensatieprogramma steekt. Maar klanten begrijpen vaak niet wat de bedoeling is, bleek vorige maand uit onderzoek door de Autoriteit Consument en Markt. Ze weten lang niet altijd wat ‘CO2-neutraal’ is, termen als ‘CO2-reductie’ en ‘CO2-compensatie’ halen ze door elkaar. En al vinden vier op de tien passagiers CO2-compensatie belangrijk, in de praktijk geeft de prijs de doorslag bij de aankoop van een vliegticket……” (Bron: https://www.trouw.nl/duurzaamheid-economie/bomen-planten-om-vluchten-te-compenseren-dat-werkt-misleidend~b0edb008/)