Luchtkwaliteit ging er licht op vooruit: minder fijnstof en minder ozondagen dit jaar (maar er is nog werk)

“…..De luchtkwaliteit in België is er het voorbije jaar licht op vooruitgegaan. De stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties daalden licht tegenover vorig jaar, en er waren minder dagen met ozon. We werden daarbij een handje geholpen door het regenweer. Een en ander blijkt uit het jaarrapport van de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL). Ondanks de lichte vooruitgang zal het nog beter moeten, zegt Frans Fierens van IRCEL. Het voorlopige rapport is gebaseerd op meetpunten in zogenoemde ‘stedelijke achtergrondplaatsen’. Dat zijn meetplaatsen waar de luchtkwaliteit niet bepaald wordt door bronnen in de onmiddellijke omgeving, maar door alle bronnen in de wijde omgeving. “Op die manier krijg je een goed beeld van de gemiddelde blootstelling van de stedelijke bevolking aan luchtvervuiling”, schetst IRCEl. Onderzoekers keken naar 3 vervuilende stoffen: stikstofdioxide (NO₂), fijnstof (PM2.5) en ozon. En er is dus 3 keer goed nieuws. NO₂ is sterk gelinkt aan verbrandingsmotoren in het verkeer. Op plaatsen met veel verkeer stijgen de concentraties en stijgt dus de luchtvervuiling, wat een impact kan hebben op onze gezondheid. Dit jaar lagen de waarden, net als vorig jaar, lager dan tijdens het eerste coronajaar 2020. Ze liggen ook iets lager dan vorig jaar. “Nooit eerder waren de NO₂-concentraties op stedelijke achtergrondplaatsen zo laag als dit jaar”, zegt Frans Fierens van IRCEL. De strengere Europese emissienormen voor het autoverkeer en ook het feit dat er minder oude dieselauto’s rondrijden, betalen zich nu terug in de vorm van properder lucht. Bovendien rijden er steeds meer elektrische auto’s rond. Op lokaal niveau spelen ook de lage-emissiezones (LEZ) een rol, waardoor de oudste en meest vervuilende auto’s niet meer binnen mogen in bijvoorbeeld Brussel, Antwerpen of Gent. Uit een studie van onafhankelijke ziekenfondsen blijkt dat in steden met een LEZ de daling van NO₂-concentraties nog groter is. Tot slot speelde ook het vele regenweer een positieve rol. Wind en regen verdunnen de luchtvervuiling, wat de concentraties doet dalen. Ook voor fijnstof is er een verbetering. De Europese daggrens voor fijnstof bedraagt 50 microgram per kubieke meter (daggemiddelde concentratie). Deze grens mag niet meer dan 35 dagen overschreden worden per jaar. In 2024 werd die limiet op geen enkele meetplaats overschreden. Het hoogste aantal gemeten overschrijdingen van de daggrens was 9. Dat was in Sint-Kruiswinkel, nabij de Gentse industriezone. In alle meetstations werd het laagste aantal overschrijdingen van de Europese daggrens gemeten sinds de grenswaarde van kracht werd in 2008. In meer dan de helft van de meetstations werd zelfs geen enkele overschrijding gemeten. In 2023 was dat in 18 procent van de meetplaatsen. Ook de langetermijntrend daalt. Er wordt minder uitgestoten in Europa, maar ook de gunstige weersomstandigheden hielpen een handje. Over een langere periode zijn de jaargemiddelde concentraties gedaald, met een stagnatie tussen 2020 en 2022. Nooit waren de fijnstofconcentraties in de 4 stedelijke achtergrondmeetplaatsen in Gent, Antwerpen, Brussel en Charleroi zo laag als in 2024. Dit was eveneens het geval in zowat alle andere meetstations. Dit jaar was dus ook gunstig wat betreft het aantal ozondagen. Een ozondag is een dag met op minstens één meetplaats in België een overschrijding van de Europese informatiedrempel van 180 microgram per kubieke meter. Er waren 2 ozondagen: 26 juni en 30 juli. In augustus waren er geen ozondagen. Ook hier speelt het weer een belangrijke rol: “De zomer van 2024 was zeer nat met gevoelig meer neerslag dan normaal. In het begin van de zomer was het ook wat koeler en somberder dan normaal. Naar het einde van de zomer was het wel zonniger en warmer. Globaal was de zomer van 2024 iets warmer en zonniger dan gemiddeld”, aldus Fierens. Over de lange termijn bekeken is de luchtkwaliteit duidelijk verbeterd, maar we zijn er zeker nog niet, zegt Frans Fierens nog. “Vanaf 2030 gaat Europa de grenswaarden voor verschillende stoffen gevoelig verstrengen. Het ziet ernaar uit dat we die nieuwe strengere normen voor de meeste stoffen wel zullen halen, behalve dan voor stikstofdioxide op de drukste plaatsen in het verkeer.” Fierens wijst er ook op dat de gezondheidsnormen voor luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog een heel stuk strenger zijn dan de Europese normen. “En die WHO-normen liggen nog niet in het bereik.” Volgens schattingen van het Europese Milieuagentschap werd in 2021 niet minder dan 97 procent van de Europese bevolking blootgesteld aan waarden die boven de WHO-normen lag voor de kleinere types fijnstof. Luchtvervuiling is nog altijd een behoorlijke risicofactor voor onze gezondheid. Volgens een schatting van het Europese Milieuagentschap maakt fijnstof elk jaar 239.000 doden in Europa. Voor België zou dat cijfer op ruim 4.000 overlijdens liggen. Eerder bleek ook al dat mensen die op plaatsen wonen met meer fijnstof in de lucht, vaker naar de huisarts gaan. Fijnstof wordt onder meer gelinkt aan hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen, en kan ook een impact hebben op de mentale gezondheid…..” (Bron: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/12/30/minder-fijn-stof-en-ozon/)