Wie ventileert, presteert: “Focus moet liggen op wat werkt, niet wat fijn is”

MAASTRICHT. Een fijne stoel, een goed bureau én voldoende ventilatie. Dat hebben mensen die thuiswerken nodig om goed te kunnen presteren. Want wie lekker zit en frisse lucht binnenkrijgt, is productiever en minder vatbaar voor een burn-out. Dat blijkt uit onderzoek van de School of Business and Economics (SBE).

“Als de spullen in orde zijn, zijn mensen veel tevredener”, vertelt gedragseconoom Martijn Stroom van SBE. Ook melden de respondenten – duizend mensen van 18 jaar en ouder die thuiswerken – dat ze sneller bereid zijn om langer thuis te blijven werken.

Er is meer. Want behalve naar de fysieke voorwaarden hebben Stroom en zijn collega’s Piet Eichholtz en Nils Kok ook gekeken naar de ventilatie op de werkplek. De uitkomst laat zich raden: wie goed ventileert en regelmatig een raam openzet, voelt zich ook beter – en dat betaalt zich uit. “Het is voor de hand liggend dat het allemaal op elkaar aansluit”, zegt Stroom. “Het werkt lekkerder in een goede stoel, en een kwartiertje frisse lucht doet ook al wonderen.”

Onprettig
Toch doet niet iedereen met evenveel enthousiasme een raampje open. Het is bijvoorbeeld te koud, of het tocht. “Vaak gaat het raam open als mensen weggaan zodat het huis tijdens hun afwezigheid kan doorluchten”, aldus Stroom.

Doe het liever als je er juist wel bent, zegt hij, ook al is het niet altijd prettig. “Mensen kunnen eigenlijk heel slecht beoordelen wat goed voor ze is. De focus moet daarom niet liggen op wat je fijn vindt, maar op wat werkt. Kom uit die comfortzone. Het is wel lekker om met 21 graden op de bank te zitten, maar een paar graden koeler werkt beter. Je bent dan alerter, energieker.”

Een kanttekening kan daarbij wel worden geplaatst. Het onderzoek baseert zich namelijk op uitspraken van de mensen zelf. “Ze hebben moeten vertellen hoe productief ze eigenlijk zijn en dat blijft natuurlijk subjectief. Ben je helemaal eerlijk als je zegt hoeveel je hebt gedaan?”, zegt Stroom, die en passant nog wat opmerkelijke uitkomsten deelt. Zo verzetten mensen met een partner meer werk, maar alleen als die partner er niet is. En wie een hond heeft, loopt ook kans sneller uit te vallen, omdat ze de zorg daarvoor hebben. Hetzelfde geldt voor het hebben van kinderen.

Optimale ruimtes
Dat in ogenschouw nemend, is thuiswerken niet altijd een ideale oplossing. In de visie van de gedragseconoom moeten er daarom buitenshuis veel meer plekken komen waar je wel onder ideale omstandigheden kan werken of studeren. Of, zoals hij zelf zegt: “geoptimaliseerde ruimtes”.

Hij noemt daarbij het voorbeeld van de universiteitsgebouwen op Tapijn. “Daar ligt de focus op het binnenklimaat, is alles op elkaar afgestemd en is het goed toeven. Zorg dat je dat als onderwijsinstelling ook faciliteert, daar trek je mensen mee aan. Als je laat zien dat je je werk- en studieplekken op orde hebt, is dat ook een visitekaartje.”
Bron: https://www.observantonline.nl/Home/Artikelen/id/62139/wie-ventileert-presteert-focus-moet-liggen-op-wat-werkt-niet-wat-fijn-is